God is overal en altijd aanwezig

Besef jij dat God op dit moment aanwezig is? Zelfs als je het niet zou willen, dan is er geen plek waar jij naar toe kan gaan, waar Hij niet aanwezig is.

In Genesis 28 lezen we dat een man genaamd Jakob op reis gaat om op zoek te gaan naar een vrouw, maar eigenlijk moet hij vluchten omdat hij zijn vader en broer heeft belazerd. Zijn broer is zo boos op hem dat Jakob zijn leven niet meer veilig is. Tijdens deze reis heeft Jakob een droom waarin hij een ladder ziet waarop engelen bewegen tussen de hemel en de aarde. In deze droom heeft Jakob een ontmoeting met God. Hij krijgt hierin geen donderpreek, maar een zegen van God. Deze ontmoeting heeft zo’n grote impact op Jakob dat hij compleet onder de indruk is van de aanwezigheid van God:

Toen Jakob wakker werd, dacht hij: Ik wist niet dat de Heer hier aanwezig was. Maar het is wel zo!
— Genesis 28:16 BGT

Net als Jacob kan jij je soms niet bewust zijn van de aanwezigheid van God. Bijvoorbeeld omdat je denkt dat jij het niet waard bent dat God bij jou aanwezig is. Maar dat is niet waar. God is overal en altijd aanwezig. Het is onderdeel van wie Hij is. Koning David zei het als volgt in Psalm 139 vers 7-10 BGT:

Waar kan ik heen gaan zonder dat u het merkt?
Waar kan ik heen vluchten zonder dat u mij ziet?
Ik kan wel naar de hemel klimmen, maar dan bent u daar.
Ik kan wel afdalen naar het land van de dood, maar daar bent u ook.
Ik kan naar de plaats gaan waar de zon opkomt.
Ik kan naar de plaats gaan waar de zon ondergaat.
Maar ook daar zal uw hand mij leiden,
ook daar houdt uw hand mij vast.

Of je nou op school bent, naar de wc gaat of een hamburger eet bij de McDonalds. God is altijd aanwezig en hij rent niet weg wanneer jij domme dingen doet. Kijk maar eens naar Jezus, Gods zoon. In zijn tijd op aarde ging Hij graag om met mensen die er een puinhoop van hadden gemaakt: Hij ging eten met mensen die gestolen hadden van hun landgenoten, zocht contact met vrouwen die hun man bedrogen hadden en nodigde een tot dood veroordeelde man uit om in de eeuwigheid bij hem te zijn.

God rent niet weg van jouw puinhopen. Hij staat vlak naast je en steekt zijn hand uitnodigend naar je uit en zegt: “Waar jij bent, daar ben ik en ik vraag je: mag ik jouw God zijn.”